Top 5 Gratis podcasts om je Engels te verbeteren
Top 5 podcasts om je Engels te VERBETEREN (B1-B2) Moet je je Engels verbeteren? Wil je beter presteren tijdens luistertoetsen? Je hebt al heel veel tips gehoord zie zeggen dat…
Top 5 podcasts om je Engels te VERBETEREN (B1-B2) Moet je je Engels verbeteren? Wil je beter presteren tijdens luistertoetsen? Je hebt al heel veel tips gehoord zie zeggen dat…
Gratis podcasts Engels om basis Engels te leren - A1 – A2 Wil jij Engels leren? Moet je oefenen voor een luistertoets? Waar doe je dat dan? Hier is een overzicht…
ZOU HET NIET FANTASTISCH ZIJN ALS ER MEER RESULTAAT IS? Leerlingen leren heel veel op school maar ze leren vaak niet hoe ze moeten leren. Hoe kun je het beste…
Iedereen kent het wel als je terug bent van vakantie – opstartproblemen. Leerlingen hebben dat natuurlijk ook. Nu helemaal! Ze moeten weer fysiek naar school Weer op tijd op staan…
We zitten nog midden in de corona tijd maar de eerste leerlingen zijn al weer naar school. Hoewel er ook nog een groot gedeelte is dat vakantie aan het vieren…
We leren Engels op school – we kijken veel Engelstalige films en series – kinderen spelen Engelstalige videogames en dus als je aan een Nederlander vraagt of hij het Engels beheerst zal hij volmondig JA zeggen. Maar hoe goed zijn we eigenlijk en is een goede uitspraak nu echt zo belangrijk – ze begrijpen me toch? Op school leren we inderdaad Engels maar er is weinig aandacht voor uitspraak. Waarom is dat zo slecht?
Nederlanders praten met een zwaar accent Engels. Hoewel een accent op zicht niet verkeerd is, is het wel slecht om woorden verkeerd uit te spreken of een klemtoon verkeerd te leggen. Communicatie is het overbrengen van een boodschap, het geven van instructies of het stellen van vragen en daar wil je geen misverstanden hebben. Dit kan op heel veel fronten tot catastrofale consequenties leiden. Een goede uitspraak is daarom een van de meest onderschatte vaardigheden bij het leren van een taal. Hier wordt in het voortgezet onderwijs nauwelijks aandacht aan besteed. De gelimiteerde kennis hierover is dus begrijpelijk maar niet verstandig. We besteden veel tijd aan woordenschat en grammatica maar zonder kennis van een goede uitspraak is de vaardigheid incompleet.
De meeste Europeanen zeiden bijvoorbeeld dat ze voor 20-30% een Engels gesprek tot een goed einde weten te brengen terwijl 80-90% van de Nederlanders dit over zichzelf denkt. Dat is een groot verschil. Het blijkt dat een kwart van de Nederlandse onderhandelingen stuk loopt op het Engels. Het struikelblok was daarbij niet de woordenschat of gebrekkige zinsopbouw of iets dergelijks maar de uitspraak. Hinderlijke fouten in de uitspraak leiden tot irritatie, onbegrip, miscommunicatie of het totaal niet in staan zijn om je verstaanbaar te kunnen maken omdat de woorden niet begrepen worden door de verkeerde uitspraak. Dan bedoel ik dus niet een Nederlands accent want elk land heeft zijn eigen accent maar over een verkeerde uitspraak van klinkers en medeklinkers. In het Engels zijn er namelijk ook genoeg verschillen onder native-speakers. Vergelijk Brits Engels maar eens met Amerikaans/Iers/Canadees/Australisch/Indisch/Zuid-Afrikaans Engels.
Bij een onjuiste uitspraak moeten mensen veel meer moeite doen om je verhaal te volgen en kan de aandacht snel verslappen. Mensen kunnen op het verkeerde been worden gezet of raken afgeleid als ze de lijn van het verhaal niet (meer) kunnen volgen.
Iemand met een goede uitspraak maar met grammaticale fouten is makkelijker te volgen dan iemand met een perfecte kennis van grammatica maar met een foute uitspraak.
Op school ervaart de leerling hier problemen mee bij leesvaardigheden en luistervaardigheden. Stel dat de leerling de woordjes uit de woordenlijst wel stelselmatig goed geleerd heeft maar nooit in combinatie met de uitspraak, dan zullen de woorden wel herkent worden bij een leestoets. Bij een luistertoets ontstaan dan veel problemen omdat ze het woord nog nooit gehoord hebben of in ieder geval nooit gekoppeld hebben aan het woordbeeld wat ze wel kennen.
De automatisering van deze woordkoppelingen is waar de leerling meer dan gemiddelde moeite mee heeft. Dit moet namelijk aangeleerd worden als twee losse talen. Het woordbeeld ziet er namelijk heel anders uit als hoe het woord klinkt.
Het is dus niet een extraatje dat je kunt inzetten als je de andere taalvaardigheden inmiddels beheerst maar een cruciaal onderdeel die te vaak vergeten en zeer zeker onderschat wordt.
Kortom wees je bewust van het belang van een goede uitspraak.
Een slechte uitspraak kan namelijk een aantal onbedoelde neveneffecten hebben.
Een opmerking kan ineens als een vraag klinken of een verkeerde klemtoon maakt het geheel ineens onbeschoft of in ieder compleet onbegrijpelijk. Als de gesprekspartner steeds moet vertalen wat je zegt, zal het nooit een diep gesprek worden.
Uitspraak is net als woordenschat en zinsopbouw een belangrijk onderdeel van het cijfer bij het mondeling eindexamen. Het begrip van luistertoetsen en leestoetsen is ook groter als je de woordenschat gesynchroniseerd hebt en dus het woordbeeld en de uitspraak kent.
Je wilt een goede indruk maken bij dat sollicitatie gesprek of je wilt kans maken op die promotie of stageplek. Bij verkeerd taalgebruik laat je onbedoeld een verkeerde indruk achter.
Zoals ik al eerder aangaf bleek uit het bovengenoemd onderzoek dat er vaak onderhandelingen stuk lopen op kennis van het Engels. Een bedrijf kan zoveel meer bereiken als hier aandacht aan besteed wordt.
Ik blijf het zeggen: Je hoeft geen Frans Timmermans te worden, als je maar niet (meer) zo klinkt als Louis van Gaal
(meer…)
Dan is het toch op zijn zachtst gezegd apart te noemen dat de meeste leerlingen dan geen antwoord hebben als ik vraag hoe leer jij het best.De leraar zegt dat ik het zo moet doen.
Mijn ouders zeggen dat ik het zo moet doen.
Maar dan doe ik dat en werkt het nog niet. Ik zal wel dom zijn!
Wat we vergeten is dat de wereld niet standaard is dus waarom zou de manier van leren dat dan wel zijn? Dus wederom de vraag: Hoe leer je het best?
Zoals jullie weten heb ik vaak over de verschillende leerstijlen die er zijn. Laatst kreeg ik online een opmerking van iemand die dacht mij te moeten redden van mijn visie. Het was iets in de trant van: “Ik hoor dat jij verkondigd dat er verschillende leerstijlen zijn maar ik wil je erop wijzen dat dit de grootste mythe van het onderwijs is en ik zou het zonde vinden als mensen je niet meer serieus nemen als jij hierin blijft hangen. Ik denk dat je best een goede docent bent maar dit is niet waar. Dit verhaal moet maar eens afgelopen zijn”.Oeps! Dat is even slikken. Het verbaast me namelijk altijd weer dat er mensen zijn die zich zo aangevallen voelen door mijn verhaal. Het duurt vervolgens even voordat mijn eerste gevoelensreactie omgezet is in een woordenreactie. Dit is ook de reden waarom een leerling in de klas vaak wat langer doet over het geven van een antwoord. De initiele visuele-gevoelsmatige reactie moet omgezet worden in woorden. Kijk maar eens naar een leerling die nadenkt over een antwoord. Het is alsof je letterlijk de radertjes ziet draaien. Vaak schieten de ogen van links naar rechts of ze draaien naar boven. De vraag komt in de linker hersenhelft binnen en moet verwerkt worden in de rechter hersenhelft. Vervolgens moet hij weer terug naar de linker hersenhelft want de docent willen een antwoord in woorden :). Dat is hard werken.
Deze persoon heb ik ten eerste bedankt voor de moeite die hij genomen heeft om mij hierop te wijzen. Maar tegelijkertijd heb ik hem ook verteld dat ik met hart en ziel achter deze denkwijze sta, dat dit gebaseerd is op meerdere onderzoeken en dat gelukkig steeds meer neurowetenschappelijk bewijs ons laat zien hoe de hersenen werken. Ook voorzien van links, net als hij had gedaan.
De leerlingen waar ik het over heb, hebben een visuele leerstijl. Linda Silverman heeft hier lang geleden al onderzoek naar gedaan en dit beschreven in haar boek Upside-Down Brilliance: The Visual-Spatial Learner (Nederlandse vertaling: Omgekeerd briljant: De visueel-ruimtelijke leerling).
In het onderwijs staan we hier helaas te weinig bij stil. De leerstof wordt aangeboden op een manier die voor 95% van de bevolking werkt maar die voor de overgebleven 5% niet of nauwelijks werkt. Het zijn de leerlingen die op school erg gevoelig zijn voor de houding van de leerkracht, (erg) onregelmatige cijfers halen. De leerstof wordt namelijk altijd wel of niet begrepen en nooit een beetje. Er worden gemakkelijk verbanden gelegd en zodoende komen ze vaak tot intuïtieve en/of ingenieuze oplossingen voor problemen. Er moet vanuit een overzicht geleerd worden en de concepten worden voor altijd opgeslagen. Stampwerk werkt veelal niet omdat hier niet het nut van wordt ingezien. Als het de leerling al lukt met stampwerk dan lijken ze het te kennen bij het overhoren maar gaan ze alsnog onderuit tijdens een toets omdat ze het niet toe kunnen passen. Ze hebben niet het doel ingezien en kunnen dus weinig tot niets met de geleerde kennis.
Onder hen zijn de creatieve geesten maar ook ambachtelijke, technische, muzikale, emotionele en spiritueel begaafde leerlingen. Het zijn de laatbloeiers die pas vaak na school hun doel vinden en dan opleven.
Het grootste gedeelte van de bevolking is woorddenkers, dit zijn auditief ingestelde leerlingen die kunnen vertrouwen op hun gehoor bij het aanleren van de spelling van woorden. Dit gaat niet op bij dyslectische leerlingen, zij moeten woorden visualiseren voordat ze de woorden kunnen spellen. Ze hebben een sterk visueel geheugen en moeten hierop leren vertrouwen. Ze leren hele woorden dan ook makkelijker dan woorden spellend uitspreken zoals dat op school gedaan wordt.
Laat de leerlingen alsjeblieft hun leerstijl ontdekken om succeservaringen te beleven en niet constant achter de feiten aan te hoeven lopen. Zo kreeg ik ook ooit de vraag van een leerling wat ze moest doen omdat de huiswerkbegeleiding had gezegd dat ze geen mindmaps meer mocht maken maar samenvattingen van haar werk moest maken voor een toets.
Waarom was vervolgens mijn vraag? Dat wist ze ook niet want daar was geen reden voor gegeven.
– Wat wil jij zelf?
– Wat vind jij fijn?
Ze had net ontdekt dat mindmaps maken haar meer overzicht en houvast bood dus dat wilde ze eigenlijk blijven doen. Nou, dan is dat je antwoord. Het is jouw schoolwerk en als dit voor jou werkt dan blijf je dat gewoon doen.
De opmerking van de huiswerkbegeleider was ook nog eens begonnen met “Ik vind dat je samenvattingen moet maken”. Dan weet je al genoeg. Dat is de manier die werkt voor die persoon.
De leerling weet vaak heel goed zelf wat werkt en wat hij of zij fijn vindt. Als hij of zij vragen over heeft, kun je tips en adviezen geven maar iets opdringen heeft geen zin.
Het brengt naast fantastische eigenschappen ook struikelblokken met zich mee en kennis hiervan is cruciaal om te weten waar de leerlingen dagelijks tegenaan lopen. De creatieve manier van denken kan problemen opleveren bij taal, zelfvertrouwen, planning en organisatie. Dit zijn vaardigheden waar aandacht aan besteed moet worden om vooruitgang te boeken. Het feit dat ze leren vanuit overzicht wil niet zeggen dat dit overzicht er van nature in zit. Daar moeten de meeste leerlingen mee geholpen worden. Je zit dit terug in het moeite hebben met het plannen van huiswerk.- Hoe veel is het?
– Hoe lang ben ik hier mee bezig
– Wanneer moet ik dan beginnen?
– Op welke manier leer ik het prettigst?
– Hoe onthoud ik het meest?
– Hoeveel herhaalmomenten moet ik inplannen?
Het vergt veel inlevingsvermogen van de omgeving om hier mee om te gaan. Onbegrip over hun denkwijze werkt faalangst in de hand. Ze moeten juist leren vertrouwen op hun sterke kanten; hun oplossend vermogen bijvoorbeeld. Help ze met het ontwikkelen van strategieën om informatie opname beter tot stand te laten komen.
De laatste tijd komt er steeds meer aandacht voor het dyslectisch brein. Er zijn steeds meer neurowetenschappers die onderzoek doen naar de werking van de hersenen. Zo heeft Roderick Nicolson het over een talentdiversiteit in plaats van een leesprobleem zoals het zo vaak genoemd wordt.
Zo zijn er twee waardevolle boeken met onderzoeksresultaten die iedereen zou moeten lezen die meer wil weten over hoe onze hersenen werken en dus hoe we leerlingen met dyslexie beter kunnen helpen.
Het ene boek is “Dyslexie als kans – ontdek de verborgen talenten van het dyslectisch brein” en de andere is “Dyslexie 360 – een totaalplaatje”.
Een absolute aanrader voor iedereen die meer wil weten over de werking van onze hersenen en hoe we deze kennis kunnen inzetten in het onderwijs.
We houden veel te weinig rekening met de verschillen in informatieverwerking bij leerlingen. Niet iedereen neemt informatie tot zich op dezelfde manier maar dat verwachten we vaak wel. Als we de stof op een bepaalde manier uitleggen en de leerling snapt het niet, dan wordt het probleem gezocht in de leerling.
Daarom ben ik zo blij dat er steeds meer onderzoek naar buiten komt waaruit blijkt dat mensen met dyslexie inderdaad op een andere manier denken en dus ook anders leren. In het bedrijfsleven is er niemand die dag-in-dag-uit werkzaamheden moet uitvoeren waar hij of zij niet goed in is en daarop afgerekend wordt. Op school doen we dan wel.
Hoe mooi zou het zijn als we allemaal ons doel bereiken; een diploma halen maar dat moeten we wel meer uitgaan van ieders leerstrategie om dat doel te bereiken. Persoonlijk ben ik altijd duidelijk aan het maken dat Engels leren aangeleerd kan worden, ook als er sprake is van dyslexie.
Met een andere kijk op Engels leren bijvoorbeeld kan er zoveel meer bereikt worden dan tot nu toe voor mogelijk werd gehouden door de leerlingen. Engels leren met dyslexie – hoe doe je dat dan?
Het leren van Engels met dyslexie vereist een andere benadering om inzicht te krijgen in de taal. De vaardigheden die nodig zijn om de taal te beheersen zijn onder andere woordenschat, uitspraak en spelling. Laten dit nu net een aantal van de grootste struikelblokken zijn voor iemand met dyslexie die Engels leert.
De taal is niet zo transparant als bijvoorbeeld Spaans dat wel is. Als je moeite hebt met de klank-tekenkoppeling van een taal en je te maken hebt met een taal als Engels waar bijna niets klinkt zoals je het schrijft of bijna niets geschreven wordt zoals het uitgesproken wordt dan is er een andere benadering nodig om jezelf deze taal eigen te maken.
Er moet dan gewerkt worden aan deze koppeling. De leerling met dyslexie moet actief de 3 pijlers van taalbeheersing gaan aanleren. Bij het leren van nieuwe woordjes bijvoorbeeld moet er niet alleen aandacht zijn voor de betekenis. Als je vervolgens niet weet hoe het gespeld wordt of het niet herkend als je het hoort kom je hoe dan ook in de problemen met de andere taalvaardigheden die op school getest worden en die je later in de wijde wereld gaan helpen om je verstaanbaar te maken en een ander te begrijpen.
Vorige keer https://engelsvoordyslecten.nl/handige-websites-om-engels-te-leren heb ik me vooral gefocust op websites om plekken aan te geven waar je de leesvaardigheid kunt vergroten of waar je kunt werken aan de woordenschat. Deze…
In een eerder artikel liet ik al zien dat je op verschillende manieren bezig kunt zijn met Engels, zoals bijvoorbeeld luisterboeken en Netflix. https://engelsvoordyslecten.nl/bezig-zijn-met-engels-in-de-vakantie/. Je zult echter veel moeten lezen…