Je bekijkt nu Wat is jouw manier van leren?

Wat is jouw manier van leren?

Hoe leer jij? Als je weet op welke manier jij het beste leert, kun je hier op inspelen en het maximale uit jezelf halen. Speelt alles zich af als een film in je hoofd? De wereld is niet standaard waarom jouw manier van leren van wel. Is jouw kind wellicht een beelddenker?

Deze wetenschap is cruciaal voor het correct aanbieden van de leerstof en maakt een wereld van verschil in het opnemen van informatie.

Linda Silverman heeft hier onderzoek naar gedaan en dit beschreven in haar boek Upside-Down Brilliance: The Visual-Spatial Learner (Nederlandse vertaling: Omgekeerd briljant: De visueel-ruimtelijke leerling).

In het onderwijs staan we hier te weinig bij stil. De leerstof wordt aangeboden op een manier die voor 95% van de bevolking werkt maar die voor de overgebleven 5% niet of nauwelijks werkt. Het zijn de leerlingen die op school erg gevoelig zijn voor de houding van de leerkracht, erg onregelmatige cijfers halen. De leerstof wordt namelijk altijd wel of niet begrepen en nooit een beetje.

De complexere onderwerpen worden eerder begrepen dan simpele taken. Er worden gemakkelijk verbanden gelegd en zodoende komen ze vaak tot intuïtieve en/of ingenieuze oplossingen voor problemen. Er wordt vanuit een overzicht geleerd en de concepten worden voor altijd opgeslagen. Stampwerk werkt niet omdat hier niet het nut van wordt ingezien.
Het zijn leerlingen die hun zaken op een geheel eigen wijze georganiseerd hebben.

Onder hen zijn de creatieve geesten maar ook ambachtelijke, technische, muzikale, emotionele en spiritueel begaafde leerlingen. Het zijn laatbloeiers die pas vaak na school hun doel vinden en dan opleven.

Een dyslect is daarom ook een beelddenker. Woorddenkers zijn auditief ingestelde leerlingen die kunnen vertrouwen op hun gehoor bij het aanleren van de spelling van woorden. Dit gaat niet op bij dyslecten, zij moeten woorden visualiseren voordat ze de woorden kunnen spellen. Ze hebben een sterk visueel geheugen en moeten hierop leren vertrouwen.

Ze leren hele woorden dan ook makkelijker dan woorden spellend uitspreken zoals dat op school gebruikelijk is. Een gedeelte geeft de voorkeur aan het toetsenbord boven het schrijven. Een leerling vertelde mij eens dat hij zo de plaatsing van de letters voor zich ziet; het patroon zeg maar.

DOE DE TEST: BEN JIJ EEN BEELDDENKER?

1. Denk je vooral in beelden in plaats van woorden?
2. Weet jij dingen, zonder in staat te zijn uit te leggen waarom?
3. Los jij problemen op ongebruikelijke wijze op?
4. Heb jij een levendige verbeelding?
5. Herinner jij je wat je gezien hebt en vergeet je wat je hoort?
6. Ben jij verschrikkelijk slecht in het spellen van woorden?
7. Kun jij zaken visualiseren uit verschillende perspectieven?
8. Ben jij slecht in plannen, organiseren en opruimen?
9. Verlies jij vaak het bewustzijn van tijd?
10. Lees jij liever een kaart dan mondelinge aanwijzingen te volgen?
11. Herinner jij je plaatsen die je slecht een keer hebt bezocht?
12. Is je handschrift moeilijk leesbaar?
13. Kun jij aanvoelen van anderen voelen?
14. Ben jij muzikaal, artistiek of mechanisch aangelegd?
15. Weet jij meer dan anderen denken dat je weet?
16. Heb jij een hekel aan spreken voor een groep mensen?
17. Voel jij je slimmer naarmate je ouder wordt?
18. Ben jij een slaaf van je (spel)computer?

Als je 10 van de bovenstaande vragen met “ja” hebt beantwoord, ben je hoogstwaarschijnlijk een beelddenker. Bedenk wel ieder mens is uniek en iedereen uit zich op zijn manier.

DOE DE TEST: IS JOUW KIND EEN BEELDDENKER?

1. Is jouw zoon of dochter goed in puzzelen?
2. Houdt je kind veel van de TV en/of spelcomputer?
3. Speelt je kind graag met constructiespeelgoed (Lego ed.)?
4. Heeft je kind een levendige fantasie en kan daardoor op gaan in zijn/haar fantasiewereld?
5. Wordt hij/zijn snel afgeleid?
6. Moet je instructies vaak herhalen voordat de taken worden uitgevoerd?
7. Heeft je kind laat leren lopen?
8. Wiebelt bij/zij veel?
9. Eerst doen en dan pas denken?
10. Is hij/zij overweldigend aanwezig op verjaardagen en in pretparken (na eerst de kat uit de boom te hebben gekeken)?
11. Denkt je kind erg zwart/wit?
12. Is hij/zij perfectionistisch, faalt niet graag (zelfs van jaren geleden)?
13. Wint je kind graag en is een slechte verliezer?
14. Herinnert hij/zij zich gebeurtenissen gedetailleerd (zelfs van jaren geleden)?
15. Heeft je kind problemen met het vasthouden van een pen en een slecht handschrift?
16. Heeft je kind last van allergie, last van astma of veel oorontstekingen (gehad)?
17. Heeft je kind een goed gevoel voor humor (creatieve woordspelingen)?
18. Moeten de etiketten uit kleding geknipt worden? Draagt hij/zij graag zachte stoffen en heeft hij/zij een hekel aan harde knoopjes?

Als je 10 van de bovenstaande vragen met “ja” hebt beantwoord, is jouw kind waarschijnlijk een beelddenker.

De meeste ouders herkennen hun kind hier direct in bij het zien van de vragen. Bedenk wel dat ieder mens uniek is en zich uit op zijn eigen manier.

Als je weet hoe jij het beste leert, kun je hier je voordeel mee doen en hier zoveel mogelijk op inspelen.

Carolien Poels

Engels leren met dyslexie is een hele opgave. Maar met de juiste hulpmiddelen en benadering van de lesstof is het wel mogelijk om goede cijfers te halen.