Houden we eigenlijk rekening met de beste manier om te leren voor elke leerling? Als je weet wat voor iemand de beste manier om te leren is, zouden veel leerproblemen kleiner zijn – of zelfs voorkomen kunnen worden. In een ideale situatie hoef je niet steeds het gevoel te hebben dat je faalt. Je weet precies hoe je informatie het beste opneemt, je past je aanpak daarop aan en haalt zo het maximale uit jezelf. De rol van de leerkracht wordt dan: hoe kan ik deze leerling helpen om zijn of haar beste manier van leren te vinden en te benutten?
Leerproblemen? Misschien kennen ze hun eigen leerstijl nog niet
Het is eigenlijk best opvallend dat veel leerlingen geen antwoord hebben als ik vraag: Wat is voor jou de beste manier om te leren? Vaak hoor ik: De leraar zegt dat ik het zo moet doen, of Mijn ouders willen dat ik het op die manier aanpak. Maar als ze dat dan proberen en het werkt niet, trekken ze al snel de conclusie: Zie je wel, ik kan het gewoon niet. Ik ben vast dom. Terwijl het echte probleem vaak is dat ze hun eigen beste manier om te leren nog niet hebben ontdekt – en daar begint juist het verschil.
De wereld is niet standaard
Wat we vaak vergeten, is dat de wereld helemaal niet standaard is – dus waarom zou er dan maar één beste manier om te leren zijn? Iedereen is anders, en dat geldt ook voor hoe je informatie het beste opneemt. Juist daarom is het zo belangrijk om jezelf de vraag te blijven stellen: Wat is voor míj de beste manier om te leren? Zodra je dat weet, wordt leren een stuk effectiever én minder frustrerend.
Verschillende leerstijlen
Ik spreek regelmatig over de verschillende manieren waarop leerlingen leren.
Laatst kreeg ik online een opmerking van iemand die dacht mij te moeten redden van mijn visie. “Ik zie dat jij verkondigd dat er verschillende leerstijlen zijn maar ik wil je erop wijzen dat dit de grootste mythe van het onderwijs is en ik zou het zonde vinden als mensen je niet meer serieus nemen als jij hierin blijft hangen. Ik denk dat je best een goede docent bent maar dit is niet waar. Dit verhaal moet maar eens afgelopen zijn”.
Dat is nu precies wat ik belangrijk vind
Hoewel mijn eerste reactie er één van slikken is, zet ik die al snel om in woorden. Want dit is precies wat ik dagelijks zie bij mijn leerlingen: die eerste reactie is zintuiglijk of gevoelsmatig. Pas daarna komt het in woorden. Kijk maar eens goed naar een leerling die een vraag krijgt. Je ziet de ogen bewegen, de radertjes draaien – letterlijk. De informatie komt visueel of emotioneel binnen, moet verwerkt worden en pas dan ontstaat er een talig antwoord. Het brein is hard aan het werk. Daarom geloof ik ook zo sterk in het erkennen van verschillen: pas als je weet hoe een leerling leert, kun je ook zien wat die nodig heeft om tot leren te komen. Dát is de kern van mijn werk.
Neurowetenschappelijk onderzoek geef steeds meer antwoorden
Nadat ik de persoon bedankt had voor de moeite die hij genomen had om mij hierop te wijzen, heb ik hem verteld dat ik met hart en ziel achter mijn visie sta – een visie die uitgaat van neurodiversiteit en de overtuiging dat er niet één beste manier om te leren bestaat. Iedereen verwerkt informatie op een andere manier, en daar mogen we in het onderwijs niet blind voor zijn. Wat vaak als ‘de leerstijlenmythe’ wordt bestempeld, is in mijn ogen een verkeerd begrepen discussie. Want het gaat mij er niet om dat elke leerling in een vast leerstijlhokje moet passen, maar dat we erkennen dat leren geen one-size-fits-all proces is. Steeds meer neurowetenschappelijk onderzoek laat zien hoe verschillend breinen informatie opnemen en verwerken.
De visuele leerstijl verwerkt informatie op een andere manier
De leerlingen waar ik het over heb, leren vooral via een visuele leerstijl. Al lang geleden heeft Linda Silverman dit uitgebreid onderzocht en beschreven in haar boek Upside-Down Brilliance: The Visual-Spatial Learner (in het Nederlands: Omgekeerd briljant: De visueel-ruimtelijke leerling). Vooral voor leerlingen met dyslexie kan deze manier van leren heel passend zijn, omdat zij vaak beter informatie verwerken door te zien en te ervaren dan door alleen te luisteren of te lezen. Dit maakt leren met dyslexie effectiever en zorgt ervoor dat zij hun sterke kanten kunnen benutten in plaats van vast te lopen op traditionele lees- en schrijfmethodes. Dit is voor hen de manier om te leren.
Waarom het onderwijs vaak faalt leerlingen met leerproblemen
In het onderwijs wordt helaas nog te weinig rekening gehouden met verschillen in leerstijlen, vooral bij leerlingen met leerproblemen. De lesstof wordt vaak aangeboden op een manier die voor ongeveer 80% van de leerlingen werkt, maar voor de overige 20% nauwelijks of niet.
Zo kun je ze herkennen
Deze leerlingen, vaak met dyslexie of andere leeruitdagingen, hebben de volgende kenmerken:
- Ze zijn gevoelig voor de houding van de docent.
- Ze halen wisselende of onregelmatige cijfers.
- Ze begrijpen de stof meestal helemaal óf helemaal niet; er is weinig ruimte voor ‘een beetje begrijpen’.
- Ze leggen snel verbanden en komen vaak met intuïtieve en creatieve oplossingen.
Waarom werkt stampen niet?
Voor deze groep werkt traditioneel stampen niet, omdat:
- Ze het nut ervan niet inzien.
- Ze soms tijdens overhoringen lijken te weten wat ze moeten, maar bij toetsen de stof niet kunnen toepassen.
- Ze het doel achter het leren missen, waardoor de kennis niet goed blijft hangen.
Wat is hun beste manier om te leren?
Dyslexie en leerstijl spelen hierbij een grote rol. Deze leerlingen leren het beste als ze de stof vanuit een overzicht krijgen aangeboden en concepten echt kunnen begrijpen.
Onder deze groep vallen niet alleen creatieve geesten, maar ook technisch, muzikaal, emotioneel en spiritueel begaafde leerlingen. Vaak zijn het de laatbloeiers die pas na hun schooltijd hun passie en doel vinden, waarna ze echt gaan stralen.
Woorddenkers vs Beelddenkers
Het grootste deel van de bevolking zijn woorddenkers, oftewel auditief ingestelde leerlingen die vertrouwen op hun gehoor bij het leren van Engelse spelling en woordenschat. Dit geldt helaas niet voor leerlingen met dyslexie. Dit is voor hen niet de beste manier om te leren. Zij hebben juist een visuele leerstijl en moeten woorden eerst visualiseren voordat ze ze kunnen spellen. Deze leerlingen beschikken over een sterk visueel geheugen en leren daardoor nieuwe Engelse woorden makkelijker door ze als geheel te zien, in plaats van ze woord voor woord auditief te spellen zoals vaak op school wordt aangeleerd.
Succeservaringen zijn essentieel
Laat leerlingen daarom vooral hun eigen leerstijl ontdekken, zodat ze succeservaringen kunnen opbouwen en niet steeds het gevoel hebben achter de feiten aan te lopen. Zo vroeg een leerling mij eens wat ze moest doen, omdat haar huiswerkbegeleiding had gezegd dat ze geen mindmaps meer mocht maken, maar alleen nog samenvattingen moest maken voor toetsen. Toen vroeg ik haar: “Waarom moet je dat doen?” Ze wist het niet, want er was geen goede reden gegeven. Toen vroeg ik:
- Wat wil jij zelf?
- Wat vind jij prettig?
Laat ze zelf hun leerstijl ontdekken
Ze had net ontdekt dat mindmaps maken haar overzicht en houvast gaf, en dat wilde ze dus graag blijven doen. Mijn antwoord was simpel: als dit voor jou werkt, blijf dat dan vooral doen. Het is jouw schoolwerk en jouw manier van leren. Bovendien was de opmerking van de begeleider begonnen met “Ik vind dat je samenvattingen moet maken” — dat is dus de methode die voor die persoon werkt, niet per se voor jou.
De leerling weet soms al heel goed wat voor hem de beste manier om te leren is
De leerling weet vaak heel goed zelf wat werkt en wat hij of zij fijn vindt. Als hij of zij vragen over heeft, kun je tips en adviezen geven maar iets opdringen heeft geen zin.
Natuurlijk zijn er ook struikelblokken
Hoewel deze manier van denken prachtige kwaliteiten met zich meebrengt, zoals creativiteit, originaliteit en intuïtief inzicht, zijn er ook valkuilen waar leerlingen dagelijks tegenaan lopen. Juist bij visueel-ruimtelijke leerlingen kunnen taal, planning, organisatie en zelfvertrouwen struikelblokken vormen. Daarom is kennis van hun leerstijl cruciaal: niet alleen om hun talenten tot bloei te laten komen, maar ook om gerichte ondersteuning te bieden waar dat nodig is.
Overzicht zorgt voor inzicht
Deze leerlingen leren vanuit overzicht — maar dat overzicht is er lang niet altijd vanzelf. Daar hebben ze hulp bij nodig. Dat zie je terug bijvoorbeeld bij het plannen van huiswerk. Ze worstelen met vragen als:
- Hoeveel stof is het eigenlijk?
- Hoe lang ben ik hier mee bezig?
- Wanneer moet ik dan beginnen?
- Welke manier vind ik prettig?
- Hoe onthoud ik het meest?
- Hoeveel herhaalmomenten moet ik inplannen?
Door deze vragen expliciet te maken en samen te beantwoorden, help je leerlingen niet alleen vooruit in hun leerproces, maar geef je ze ook meer grip, zelfvertrouwen en rust
Het vereist veel inlevingsvermogen
Het vraagt veel inlevingsvermogen van de omgeving om goed om te gaan met deze unieke manier van denken. Wanneer er weinig begrip is voor hun visueel-ruimtelijke denkwijze, ligt faalangst al snel op de loer. In plaats van zich constant aan te passen aan een systeem dat niet voor hen werkt, moeten deze leerlingen juist leren vertrouwen op hun sterke kanten – zoals hun creatieve probleemoplossend vermogen en intuïtieve inzicht. Help hen strategieën ontwikkelen die aansluiten bij hún leerstijl, zodat de informatieopname beter verloopt en ze met meer vertrouwen kunnen leren.