Verbeter je Voetbal Woordenschat Engels – Test je Kennis

Afgelopen week is het Europees Kampioenschap voetbal begonnen. Voor een paar weken hebben heel veel mensen het over doelpunten, winnen, verliezen, statistieken en de al dan niet terechte beslissingen van de scheidsrechter. Ook al doet er maar een Nederlander mee, het blijft een grote show waar veel mensen over praten. Laten we eens kijken hoeveel voetbal woordjes jij al kent.

Kies het juiste antwoord. Meerdere antwoorden zijn mogelijk soms.

 

Welke stelling is correct?

  • a. football is Brits
  • b. soccer is Brits
  • c. football is Amerikaans
  • d. soccer is Amerikaans

 

Hoe heet de enige Nederlander die meedoet aan het EK 2016?

  • a. Rafael vd Vaart
  • b. Piet Jansen
  • c. Bjorn Kuipers
  • d. Louis van Gaal

 

Hoe zeg je elftal in het Engels?

  • a. the league
  • b. the mannschaft
  • c. the team
  • d. the eleven

 

Wat is een voetbalveld in het Engels?

  • a. the football pitch
  • b. the football field
  • c. the soccer field
  • d. the grass

 

Noem 4 posities in een elftal.

  • a. the goal keeper
  • b. the defender
  • c. the striker
  • d. the midfielder

 

Hoe noem je een overtreding?

  • a. foul
  • b. fault
  • c. mistake
  • d. attack

 

Hoe noemen we buitenspel?

  • a. out of the game
  • b. outside
  • c. not in the game
  • d. offside

 

Hoe noem je de middenstip?

  • a. the centre-spot
  • b. the middle
  • c. the dot
  • d. the dot in the middle

 

Waar zitten the substitutes?

  • a. on the bench
  • b. on the roof
  • c. on the grass
  • d. in the bus

 

Wat is the national anthem?

  • a. de vlag van een land
  • b. het nationale volkslied
  • c. de nationale taal
  • d. de mascotte

Bonusvraag: “It’s always the goals that are counting” Wie zei dit? ___________________

 

 

Antwoorden: 1.a – 2.c – 3.d – 4.a – 5.alle vier – 6.a – 7.d – 8.a – 9.a – 10.b – Bonusvraag: Louis van Gaal

 

Gebruik de woordenlijst met voetbal vocabulaire om jezelf verstaanbaar te maken in de kroeg, de pub, op het strand of wellicht op het werk.

 

Woordenlijst Nederlands-Engels

algemeen general
voetbal football (UK) / soccer (USA)
voetballen to play football (UK) / to play soccer (USA)
voetballer football player (UK) / soccer player (USA)
voetbalteam football team (UK) / soccer team (USA)
voetbalwedstrijd football match (UK) / soccer match (USA)
voetbalclub football club (UK) /  soccer club (USA)
voetbalveld football pitch (UK) / soccer pitch (USA)
volkslied national anthem
posities positions
elftal eleven
aanvoerder captain / skipper
aanvaller forward
spits striker
verdediger defender
keeper / doelman goalkeeper / goalie
middenvelder midfielder
tegenstander opponent
laatste speler sweeper
buitenspeler / vleugelspeler winger
invallers substitutes
speelveld playing field
doel goal
doellijn goal line
corner vlag corner stand
zijlijn touchline
middenlijn half-way line
middenstip centre-spot
doelpaal goal posts
lat crossbar
strafschopgebied penalty box / penalty area
spel game
eigen doelpunt own goal
Gelijkspel draw
hoekschop corner kick
overtreding foul
strafschop penalty kick
hands hand ball
kopbal header
vrije trap free kick
ingooi throw in
bank bench
volkslied national anthem
aftrap kick-off
gelijkmaker equaliser
een strafschop nemen to take a penalty
de bal koppen to head the ball
een gele/rode kaart geven to book
van het veld gestuurd worden to be sent off
een doelpunt maken to score a goal
blessure tijd injury time / added time
verlenging extra time
grensrechter linesman
scheidsrechter referee
buitenspel offside
gele kaart yellow card
rode kaart red card
strafschop penalty kick
verliezen to lose
winnen to win
nederlaag defeat
penalty reeks penalty shoot-out
Wat is de stand? What is the score?
een fantastische redding a fantastic save
Wie staat er voor? Who is in the lead?

(meer…)

Lees verderVerbeter je Voetbal Woordenschat Engels – Test je Kennis